hert
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hert. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hert, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hert in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hert is hier. De definitie van het woord hert zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhert, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
hert
- hert
- erfwoord van Middelnederlands hert van Oudnederlands hirut, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1] [2] [3]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hert | herten |
| verkleinwoord | hertje | hertjes |
het hert o
- (evenhoevigen) benaming voor herkauwende zoogdieren uit de familie Cervidae
, waarvan de mannetjes een gewei hebben
- ▸ Ik hoopte stiekem een beer te kunnen zien baden in de rivier, maar was ook wel tevreden met alle herten, eekhoorns, marmotten, vogels en de Amerikaanse adelaar.[4]
|
|
|
|
1. benaming voor herkauwende zoogdieren uit de familie Cervidae
- Het woord hert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hert" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "hert" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hert op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
hert
hert o
- IPA: /(x)hært/ (Etsbergs)
hert o
| enkelvoud | meervoud | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
| nominatief | hert | ert | hertje | ertje | herter | erter | hertjes | ertjes |
| genitief | hers | ers | hertjes | ertjes | herter | erter | hertjes | ertjes |
| locatief | hertes | ertes | herteske | erteske | hertese | ertese | herteskes | erteskes |
| datief | herte | erte | hertje | ertje | herter | erter | hertjes | ertjes |
| accusatief | hert | ert | hertje | ertje | herter | erter | hertjes | ertjes |