hevel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hevel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hevel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hevel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hevel is hier. De definitie van het woord hevel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhevel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Hevel


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·vel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gebogen buis om vloeistoffen over te tappen’ voor het eerst aangetroffen in 1736
  • Naamwoord van handeling van heffen met het achtervoegsel -el
  • instrument waarmee men hevelt
enkelvoud meervoud
naamwoord hevel hevels
verkleinwoord heveltje heveltjes

Zelfstandig naamwoord

de hevelm

  1. (verouderd) gist, zuurdeeg
    • Hevel, ofte hef-deegh, Leave, or sowre dow. 
  2. een geheel met vloeistof gevulde pijp of slang waarvan het ene einde lager gehouden wordt dan de andere, waardoor vloeistof van de laatste mond naar de eerste stroomt
    • Met een hevel kun je gemakkelijk water uit een aquarium verwijderen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
hevelen

hevel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hevelen
    • Ik hevel. 
  2. gebiedende wijs van hevelen
    • Hevel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hevelen
    • Hevel je? 

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen