huske

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huske. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huske, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huske in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huske is hier. De definitie van het woord huske zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuske, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
En huske.
Een schommel.


  • Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord hugsa
Naar frequentie 305
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
huske
husker
huskede
husket
volledig

huske

  1. onovergankelijk zich herinneren
  2. overgankelijk onthouden


  • hus·ke
  • Werkwoord : Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord hugsa
Naar frequentie 634
vervoeging
onbepaalde wijs huske
tegenwoordige tijd husker
verleden tijd husket
huska
voltooid
deelwoord
husket
huska
onvoltooid
deelwoord
huskende
lijdende vorm huskes
gebiedende wijs husk
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking +

huske

  1. onovergankelijk schommelen
    «Barna husket på lekeplassen.»
    De kinderen schommelden op de speeltuin.
  2. onovergankelijk wippen, schommelen
    «Hun husker et barn på kneet.»
    Ze wipt een kind op haar knie.
  3. onovergankelijk deinen, schommelen
    «Båten husket i bølgene.»
    De boot schommelde op de golven.

huske

  1. overgankelijk zich herinneren, niet vergeten
    «Han husker ofte feil.»
    Hij herinnert zich vaak verkeerd.
    «Husk å vanne ut klippfisken i god tid.»
    Vergeet niet de klipvis op tijd in water te weken.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   huske     m: husken
v: huska  
  husker     huskene  
genitief   huskes     m: huskens
v: huskas  
  huskers     huskenes  

huske, m / v

  1. (spel) schommel
    «Barnehagen var bra utstyrt med husker, klatrestativer og lignende.»
    De kleuterschool was goed uitgerust met schommels, klimrekken en dergelijke.


  • hus·ke
  • Werkwoord : Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord hugsa
vervoeging
onbepaalde wijs huske
huska
tegenwoordige tijd huskar
verleden tijd huska
voltooid
deelwoord
huska
onvoltooid
deelwoord
huskande
lijdende vorm huskast
gebiedende wijs husk
huska
huske
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking ++

huske

  1. onovergankelijk schommelen
  2. onovergankelijk wippen, schommelen
  3. onovergankelijk deinen, schommelen

huske

  1. aandrijven
  2. wegjagen

huske

  1. beven, bibberen, rillen

huske

  1. gebiedende wijs van huska (voor , en )

huske

  1. gebiedende wijs van huske (voor , en )
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   huske     huska     husker     huskene  

huske, v

  1. (spel) schommel