jokken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord jokken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord jokken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je jokken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord jokken is hier. De definitie van het woord jokken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjokken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • jok·ken
  • *Ontwikkeld uit Middelnederlands jocken “schertsen”, ontleend aan Latijn iocari spelen, schertsen. [1]
  • In de betekenis van ‘liegen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1635 [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
jokken
jokte
gejokt
zwak -t volledig

jokken

  1. inergatief (verouderd) schertsen
    «dat Ysaac jockede ende foelde mit Rebecca, sijn wijf»[3]
    dat Jacob stoeide en schertste met zijn vrouw Rebecca
  2. inergatief (informeel) (kindertaal) een relatief onschuldige leugen vertellen
    • Volgens mij zat jij een beetje te jokken! 
     Bij jonge kinderen wordt liegen wel ”jokken” genoemd, volgens WikiWoordenboek het „vertellen van een relatief onschuldige leugen.” Blijkbaar kan een leugen ”relatief onschuldig” zijn. Het is goed om dit eens nader te bekijken, ook omdat de Heere God de leugen haat, zo staat er in Zijn Woord.[4]
enkelvoud meervoud
naamwoord jokken jokkens
verkleinwoord jokkentje jokkentjes

de jokkenm

  1. (verouderd) scherts, grap, leugen
    • Zo een jokken een goed oogmerk heeft, en niemand benadeelt, zo kan men dien laten passeeren.[5] 
    «Dat cruit dat hem vas bevalen to copen
    Vas voer IJselsteijn alrede verscoten
    Mer dijt dedmen om dije scandelicke jocken
    Ende om dije luid den mont toe stoppen.»[6]
    Het kruit dat hij op bevel moest kopen,
    was voor IJselsteijn reeds verschoten,
    maar dit deed men om jouw schandelijke leugens
    en om jou luid de mond te snoeren.
99 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[7]
  1. jokken op website: Etymologiebank.nl
  2. "jokken" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. Bronlink Weblink bron 26 capittel (1458) in:
    Instituut voor Nederlandse Lexicologie (samenstelling en redactie)
    Noordnederlandse Historiebijbel., Cd-rom Middelnederlands (1998), Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen, fol. 16rb op dbnl.org op Wikipedia
  4. Bronlink Weblink bron
    Anja Helmink-Stam
    “Ronald weet heel goed dat hij liegt” (24-10-2017), Reformatorisch Dagblad
  5. De nieuwsgierige vrouwen.
    Spectoriaale schouwburg, Volume 12, 1783
  6. Bronlink Weblink bron
    Dr. J.H. Gallée en Mr. S. Muller Fz. (uitg.)
    Berijmd verhaal van het beleg van IJsselstein door Gelder en Utrecht in 1511: Dit is belech van Utert voer IJselsteijn. (1511) in: Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, Deel 4 (1881), Kemink & Zoon, Utrecht, p. 685 op dbnl.org op Wikipedia
  7. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be