kif

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kif. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kif, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kif in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kif is hier. De definitie van het woord kif zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankif, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een schaaltje met kif.
  • kif
enkelvoud meervoud
naamwoord kif -
verkleinwoord - -

 de kifv / m

  1. (maatschappij), softdrug, bereid uit ingedikt sap van gedroogde en fijngestampte vrouwelijke hennepbloemen met een hoog gehalte aan het werkzame bestanddeel THC
enkelvoud meervoud
naamwoord kif -
verkleinwoord - -

 de kifv / m

  1. onenigheid veroorzaakt door afgunst
  • kift (uitspraakvariant)
51 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[3]


kif m

  1. (spreektaal) stickie, joint [1]
  2. (spreektaal) passie, fantasie, plezier
    «La moto, c’est son kif à Patou.»
    Motorrijden is Patou's passie. [1]
  3. (spreektaal) verlangen
    «Il a le kif d’acheter une Merco.»
    Hij droomt ervan een Mercedes te kopen. [1]