klem

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klem. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klem, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klem in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klem is hier. De definitie van het woord klem zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklem, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • klem
enkelvoud meervoud
naamwoord klem klemmen
verkleinwoord klemmetje klemmetjes

de klemv / m

  1. (gereedschap) een werktuig waarin iets door samendrukken bijeengehouden of vastgezet kan worden
    • Als je de twee gelijmde stukken een nachtje in de klem zet, komen ze goed vast te zitten. 
     Grote omgevallen boomstammen zaten klem tussen de rotsen en waren geheel kaal en afgestompt door de sterke stroming die miljoenen liters smeltwater per dag uit de bergen moest verwerken.[1]
  • klem zetten
iemand dwingen
  • met klem vragen
met grote nadruk vragen
  1.  `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden. Deze uit de toon vallende decoratie is het jammerlijke gevolg van het enthousiasme van de nieuwe eigenaar.'[2]
vervoeging van
klemmen

klem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klemmen
    • Ik klem. 
  2. gebiedende wijs van klemmen
    • Klem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klemmen
    • Klem je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • klem
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   klem     klemmen     klemmer     klemmene  
genitief   klems     klemmens     klemmers     klemmenes  

klem, m

  1. omarming, omhelzing



  • klem
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   klem     klemmen     klemmer     klemmene  

klem, m

  1. omarming, omhelzing