klepel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klepel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klepel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klepel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klepel is hier. De definitie van het woord klepel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklepel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kle·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord klepel klepels
verkleinwoord klepeltje klepeltjes

de klepelm (de)

  1. peervormige staaf die in een klok bij het luiden tegen de rand slaat en zo de klok geluid doet geven
  • Hij heeft de klok wel horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt
hij heeft iets gehoord, trekt conclusies, maar kent niet het totaalplaatje
vervoeging van
klepelen

klepel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klepelen
    • Ik klepel. 
  2. gebiedende wijs van klepelen
    • Klepel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klepelen
    • Klepel je? 
94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]