klit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klit is hier. De definitie van het woord klit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Grote klit
  • klit
  • In de betekenis van ‘plant met kleverige bloemknoppen’ voor het eerst aangetroffen in 1477.[1]
  • erfwoord: Middelnederlands clitte, clette ‘klit; warklomp; leem, klei’, ontwikkeld uit Oergermaans *klīþō (gen. klittaz), bij Indo-Europees *gléit-ōn (gen. *glit-n-ós), uitbreiding van de wortel *glei(H)- ‘kleven’, waarvoor zie klei.[2] Evenals Oudsaksisch kleddo, kledda, Duits Klette en Vroegnieuwengels clithe, clithers.
enkelvoud meervoud
naamwoord klit klitten
verkleinwoord klitje klitjes

de klitv / m [3] [4]

  1. (plantkunde) Arctium op Wikispecies een geslacht van planten uit de familie Asteraceae
  2. (plantkunde) Arctium op Wikispecies bloemhoofdje met stekeltjes
  3. verstrikte massa, kluwen (van haar)
    • Mijn haar zit vol met klitten 
  4. lastig persoon die men niet kwijt kan raken
    • Wat is die vent toch een vervelende klit 
vervoeging van
klitten

klit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van klitten
  2. gebiedende wijs van klitten
97 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[5]
  •  klit in het Nederlands Soortenregister N
  •  klit op Wikidata op Wikidata