krol

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord krol. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord krol, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je krol in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord krol is hier. De definitie van het woord krol zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankrol, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Krol


soort broodje
Voor de bergingswerken (Spoorwegongeval van Meerbusch-Osterath) werd een krol (kraan op lorries) ingezet
  • krol
+ enkelvoud meervoud
naamwoord krol krollen
verkleinwoord krolletje krolletjes

 de krolv / m

  1. (kookkunst) zacht wit broodje met daarin veel anijszaad
     Dan in een lange rol rollen en vormen als in een krol of gewoon als bolletje gaat natuurlijk ook. De krollen/bolletjes op bakpapier op de bakplaat leggen en weer afdekken met een theedoek nu 60 minuten laten rijzen bij lauwe temperatuur en daarna 10 a 12 min afbakken in een oven van 230 graden.[7]
  2. (bouwkunde) ornament dat wat uitsteekt, met sterk of meermaals gebogen vormen
     Het hoekhuis stond ooit bekend als het huis "waar de krol (dat wil zeggen krul) in de gevel staat".[8]
  3. (verouderd) sterk of meermaals gebogen vorm, zoals een gekrulde haarlok
      Armoedig was haar uiterlijk en ze ging kreupel. Het eene oog was blind en daarover hing eene groote valsche krol. Het oog moest door die krol bedekt worden, doch zij deed het gebrek nog des te meer uitkomen. Die arme vrouw was eene vriendin der waschter en in de buurt noemde men haar kreupele Martha met de krol.[9]
  4. (verouderd) verschijnsel dat iets een gekrulde vorm heeft of aanneemt
     Het zotteke draait zich in een krol tegen haar buik en grolt eens. Madame aait het hondje en kijkt misnoegd naar het leege speelplein.[10]
  5. (kleding) (historisch) warme muts of hoed
      Dat hij een jongen in den zomer met een krol (bonten muts) laat loopen en andere anachronismen begaat, het zij zoo; (…)[11]
      Wanneer gy draagt den hoed, versierd met schoone bloemen,
    Waerop de trotse jeugd zig dickwils komt te roemen,
    Ofwel als ùwen kop versierd is met de krol'
    En springt dan in geen koord, of wel gy schent den bol.
    [12]
vervoeging van
krollen

krol

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krollen
    • Ik krol. 
  2. gebiedende wijs van krollen
    • Krol! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krollen
    • Krol je? 

 de krolv / m

  1. (spoorwegen) hijskraan of graafmachine die door een onderstel met extra wielen ook op spoorrails kan rijden
     Twee treinen, een goederentrein van railtransportbedrijf DB Cargo en een dubbeldekker van NS kwamen in botsing met een zogeheten krol, een kraan op wielen die wordt gebruikt bij werkzaamheden aan het spoor.[13]
     Vlak voor het perron van Voorschoten botst de trein op een groengele ‘krol’, jargon voor ‘kraan op lorries’, van BAM.[14]
69 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[15]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. krol op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. krol (rolneut) op website: Etymologiebank.nl
  5. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  6. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  7. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron Gearchiveerde versie “Recepten : Anijskrollen” op molenvanjetten.nl
  8. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron Gearchiveerde versie
    A.J. Bakkenes
    “Keizersgracht 716 (1671)” op jordaanweb.nl
  9. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron Ze deugde niet..... in: De Belgische Illustratie., jrg. 6 nr. 48 (september 1874), De Belgische Illustratie, Antwerpen, p. 382
  10. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron
    Korneel Goossens
    Cumul in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 38 nr. 5 (mei 1937), p. 325
  11. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron
    G.J. Boekenoogen
    Boekbeoordelingen. : Westfriesche Woorden in: De Nieuwe Taalgids., jrg. 5 nr. 2 (maart 1911), J.B. Wolters, Groningen, p. 99
  12. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron
    J.B.J. Luyckx (ed. H. van Heurck)
    De ‘Kinderspelen’ in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1931., jrg. 65 nr. 12 (december 1931), Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent, p. 1207
  13. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023 Weblink bron
    Koen Marée
    “Treinongeluk bij Voorschoten: de toedracht, de slachtoffers en de schade” (4 april 2023) op nrc.nl op Wikipedia
  14. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2023
    Iva Venneman
    “Hoe kwam het BAM-voertuig op het verkeerde spoor terecht? ‘Iedereen zit vol vragen’” (4 april 2023) op nrc.nl op Wikipedia
  15. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be