lead

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lead. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lead, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lead in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lead is hier. De definitie van het woord lead zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlead, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Zelfstandig naamwoord
    • : Afkomstig van het Oudengelse werkwoord lead.
  • Werkwoord
    • Afkomstig van het Oudengelse werkwoord liðan.
Periodiek systeem der elementen (eng)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
enkelvoud meervoud
lead -

lead

  1. leiderplaats
  2. voorsprong
  3. voorbeeld
  4. hoofdrol
  5. aanwijzing
  6. lijn
  7. (scheikunde) lood
vervoeging
onbepaalde wijs to  lead 
he/she/it  leads 
verleden tijd  led 
voltooid
deelwoord
 led 
onvoltooid
deelwoord
 leading 
gebiedende wijs  lead 

lead

  1. besturen, leiden, voeren
  2. uitkomen (bij het kaartspel)
  • lead the way
voorgaan
  • lead on
  • lead up
  • lead up the garden path
om de tuin leiden
  • lead up to
leiden tot