leed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord leed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord leed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je leed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord leed is hier. De definitie van het woord leed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanleed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leed
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verdriet, schade’ voor het eerst aangetroffen in 1100
enkelvoud meervoud
naamwoord leed -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het leedo

  1. verdriet en pijn
    • Er is hem behoorlijk wat leed aangedaan. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Buurmans leed troost
door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen
  • Lief en leed delen
allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen leed leder leedst
verbogen lede ledere leedste
partitief leeds leders -

Bijvoeglijk naamwoord

leed

  1. onaangenaam
Uitdrukkingen en gezegden
  • Iets met lede ogen aanzien
jaloers zijn, iets met spijt aanzien

Werkwoord

vervoeging van
lijden

leed

  1. enkelvoud verleden tijd van lijden
    • Ik leed. 
    • Jij leed. 
    • Hij, zij, het leed. 
     Maar mijn basisschoolleraar zei vroeger al dat ik leed aan verbale diarree, omdat ik steeds maar aan het praten was.

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /leːd/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

leed o

  1. lied
  2. muziekstuk, compositie
  3. handelsmerk
Verbuiging


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
leer

leed

  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van leer