luik

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord luik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord luik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je luik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord luik is hier. De definitie van het woord luik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanluik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Luik
  • luik
  • In de betekenis van ‘(houten) schot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord luik luiken
verkleinwoord luikje luikjes

het luiko

  1. openklappend vlak, klapdeur
    • Achter het ene luik is een echte prijs verborgen, achter de andere zit een troostprijs. 
  2. (scheepvaart) afdekking van een scheepsruim
  3. openklappende plank die een raam afdekt en beschermt
  4. onderdeel van een altaar-schilderij
  5. (figuurlijk) deel van een plan, van een beoordeling, enz.; aspect, hoofdstuk, onderdeel
vervoeging van
luiken

luik

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luiken
    • Ik luik. 
  2. gebiedende wijs van luiken
    • Luik! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luiken
    • Luik je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]