Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
meier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
meier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
meier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
meier is hier. De definitie van het woord
meier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
meier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: honderd gulden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1680 [1]
- Herkomst: Bargoens [2] [3]
de meier v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws), (financieel) (biljet van) honderd gulden [4]
de meier m [7] [8]
- (geschiedenis), (beroep), (juridisch) m.n. in de vroege middeleeuwen (500-1000 n.C.) een beambte in dienst van een lands- of dorpsheer, vooral als aanklager en voorzitter met de rechtspraak in een bepaalde streek belast
- (geschiedenis), (beroep), (landbouw) (na de middeleeuwen) pachter, pachtboer, nadat de bestuurlijke bet. 1 uit het dagelijks leven was verdwenen
meier
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meieren
- gebiedende wijs van meieren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meieren
80 % |
van de Nederlanders;
|
55 % |
van de Vlamingen.[9]
|