meren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord meren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord meren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je meren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord meren is hier. De definitie van het woord meren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • me·ren
  • In de betekenis van ‘een schip vastleggen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Middelnederlands meren, ontwikkeld uit Oergermaans *mairōn-, afleiding van mairō- ‘grens(paal)’, waaruit Nederlands meerpaal. Evenals Fries mearje en Engels moor.[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meren
meerde
gemeerd
zwak -d volledig

meren [3] [4]

  1. (scheepvaart) overgankelijk aan de wal vastleggen
    • Het schip werd gemeerd langs zij van het droogdok No. 5.[5] 


de merenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meer
     Dit frisse water uit de ondergrondse meren (aquifers geheten) dronk ik direct uit de berg, zonder het te hoeven filteren.[6]
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[7]