Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
meren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
meren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
meren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
meren is hier. De definitie van het woord
meren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
meren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘een schip vastleggen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Middelnederlands meren, ontwikkeld uit Oergermaans *mairōn-, afleiding van mairō- ‘grens(paal)’, waaruit Nederlands meerpaal. Evenals Fries mearje en Engels moor.[2]
meren [3] [4]
- (scheepvaart) overgankelijk aan de wal vastleggen
- Het schip werd gemeerd langs zij van het droogdok No. 5.[5]
de meren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord meer
- ▸ Dit frisse water uit de ondergrondse meren (aquifers geheten) dronk ik direct uit de berg, zonder het te hoeven filteren.[6]
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[7]
|
- ↑ "meren" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ meren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Zee
J.F.V. Behrns
, 1905
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be