minder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord minder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord minder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je minder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord minder is hier. De definitie van het woord minder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanminder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • min·der
  • In de betekenis van ‘kleiner’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1] [2]
  • Uit Middelnederlands min(d)re(n)[2]
  • Van min met het achtervoegsel -der

minder

  1. vergrotende trap onverbogen vorm van weinig
     Met mijn kleine Swiss Army schaartje knipte ik het zo kort als ik kon, in de hoop dat ik het voortaan minder heet zou hebben.[3]
  • steeds minder

minder

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van weinig
vervoeging van
minderen

minder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minderen
    • Ik minder. 
  2. gebiedende wijs van minderen
    • Minder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minderen
    • Minder je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]


minder

  1. minder; vergrotende trap onverbogen vorm van weinig


minder

  1. minder; vergrotende trap onverbogen vorm van weinig