montre

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord montre. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord montre, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je montre in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord montre is hier. De definitie van het woord montre zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmontre, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Une montre-bracelet
Une montre de poche
Tuyaux de montre
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  montre     la montre     montres     les montres  

montre v

  1. (tijdrekening) horloge, polshorloge, zakhorloge
  2. (handel) etalage, marktkraam, vitrine
  3. (verouderd) parade, show, tentoonstelling
  4. (muziekinstrument) het hoofdregister van een orgel, waarvan de open orgelpijpen op fraaie wijze frontaal zijn gerangschikt
vervoeging van
montrer

montre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van montrer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van montrer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van montrer
  • à ma montre
op mijn horloge is het/ ik heb het
  • montre en main
de juiste tijd
  • course contre la montre
race tegen de klok, tijdrit
  • pour la montre
voor de show