Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
moord. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
moord, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
moord in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
moord is hier. De definitie van het woord
moord zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
moord, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de moord v / m
- (pejoratief) handeling met het doel en het gevolg dat iemand dood gaat
- ▸ De moord van Kaïn op Abel was een gebeurtenis die het begin van het menselijk lijden inluidde, nadat hun ouders door het proeven van de verboden vrucht de zonde in de wereld hadden gebracht.[4]
- (juridisch) opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven
- ▸ Antonio zit een gevangenisstraf uit van 24 jaar voor de moord op zijn jeugdvriend Guido.[5]
- ▸ Voor moord, waarbij ‘voorbedachte rade’ is vereist, kan levenslang worden gegeven. Voor doodslag, een handeling ‘in opwelling’, maximaal vijftien jaar.[6]
- versterkend voorvoegsel (jongerentaal) als eerste deel van een samengesteld zelfstandig naamwoord drukt uit dat het om een buitengewoon gewaardeerd voorbeeld gaat van wat het tweede deel aanduidt
- ▸ Abbie had het lamé over haar arm gedrapeerd, de zilveren stof viel in plooien neer. 'Prachtig, Reina. Lieve hemel, wat kan je daar een moordjurk van maken!'[7]
- ▸ Een voortreffelijk voorwendsel om je met die moordwagen van mammoeschka een liftje te geven, goed dat je hier naartoe bent komen wandelen.[8]
- ▸ 'Dat moet nogal een vrouw zijn.' 'O, meneer Jake, het is een moordwijf. U zou haar eens moeten zien.' 'Dat zal ook wel gebeuren. In de getuigenbank.'[9]
1.2 drukt uit dat het om een buitengewoon gewaardeerd voorbeeld gaat van wat het tweede deel aanduidt
- de moord op <slachtoffer>
- een moord begaan
- een moord plegen
1. handeling met het doel en het gevolg dat iemand dood gaat
moord
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moorden
- gebiedende wijs van moorden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moorden
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[10]
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ moord op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron
E. de Jongh
“Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw.” (1976), Rijksmuseum, Amsterdam, p. 173
- ↑ “Gerede Twijfel - De Maastrichtse martelmoord” (14 juni 2023) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron
Wouter van Loon
“Wel dood, geen moord” (12 maart 2016) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron
Hella S. Haasse
“Kleren maken de vrouw” (2013), Singel Uitgeverijen, ISBN 9789021446547, p. 12
- ↑ Weblink bron “De verdwaalde carnavalsvierder” (2013), Meulenhoff Boekerij , ISBN 9789402300444, p. 99
- ↑ Weblink bron “De jury” (2015), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044974140, p. 233
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be