Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ongehuwd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ongehuwd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ongehuwd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ongehuwd is hier. De definitie van het woord
ongehuwd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ongehuwd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
ongehuwd
- niet getrouwd
- attributief gebruikt
- De vondeling werd Jan van der Stoep genoemd, vanwege de plek waar hij lag. Pas jaren later werd bekend dat zijn ongehuwde moeder uit pure armoede haar zoontje op straat had achtergelaten. [2]
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- bijwoordelijk gebruikt
- Het stel woont ongehuwd samen.
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|