opzeggen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opzeggen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opzeggen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opzeggen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opzeggen is hier. De definitie van het woord opzeggen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopzeggen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·zeg·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opzeggen
zegde op
zei op
opgezegd
zwak -d

onregelmatig

volledig

Werkwoord

opzeggen

  1. overgankelijk mededelen dat men een eerdere overeenkomst beëindigt
    • We kunnen die overeenkomst pas volgend jaar opzeggen. 
  2. overgankelijk iets wat men uit het hoofd geleerd heeft laten horen
    • Wij moesten vroeger iedere maandag een versje opzeggen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be