Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
overgankelijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
overgankelijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
overgankelijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
overgankelijk is hier. De definitie van het woord
overgankelijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
overgankelijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
overgankelijk
- (grammatica) van een werkwoord een lijdend voorwerp bezittend waarop de werking van het werkwoord overgedragen wordt
- Het bedrijvende werkwoord drukt eenig bedrijf uit, welk van het werkende wezen tot een ander overgaat, alwaarom dit werkwoord meermalen overgankelijk (transitive) genoemd wordt.[2]
- (grammatica) van een werkwoord een lijdend voorwerp bezittend dat in de lijdende vorm overgaat in een onderwerp
- Hier volgt in het art. 'opvolgen', dat iemand vooronderstelt, die "voorgegaan" is, en dus den 3en naamval eischt, maar blijkens 'de koning werd opgevolgd', 'mijn raad werd door hem opgevolgd' overgankelijk geworden is. [3]
- door te geven, verder werkend, over te dragen
- Als Aruba wordt bestempeld als een "newly independent state" volgens internationaal recht, dan zijn die buitenlandse verdragen niet automatisch overgankelijk. [4]
- Ziehier opnieuw een zeer belangrijke qualiteit van het spel: het erin behaalde succes is in hooge mate overgankelijk van den enkele op de groep. [5]
- van voorbijgaande aard, een tussenstadium vormend
- Het is een overgangsmoment en al mijn werk is overgankelijk, nomadisch [6]
- Bedenkelijk is het bijvoorbeeld wanneer het ‘overgankelijk’ karakter van een figuur moet dienen om het belang daarvan te relativeren. [7]
- De eerste definitie is de oorspronkelijke, maar er wordt meestal -vaak stilzwijgend- aangenomen dat de eerste definitie de tweede impliceert. In het Nederlands is dat meestal ook wel het geval, behoudens bij een klein groepje werkwoorden zoals aanhebben of aankunnen die wel een voorwerp dragen maar geen lijdende vorm bezitten.
1. (grammatica) van een werkwoord een lijdend voorwerp bezittend waarop de werking van het werkwoord overgedragen wordt
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Rudimenta der Engelsche tale, of Beknopte inleiding in de Engelsche spraakkunst
Nicolas Wanostrocht, Gerbrand Bruining
1807
- ↑
Hertog, C.H. den
"Uit de leer van den zin." in: Noord en Zuid. jrg. 13 (1890) Blom & Olivierse, Culemborg; p. 362; geraadpleegd 2016-08-25
- ↑ "Status Aruba is complexe materie " in: Amigoe jrg. 99 nr. 172 (30 juli 1982); p. 3 kol. 3; geraadpleegd 2016-08-25
- ↑
Huizinga, J.
"Homo ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur" in: Brummel, L. e.a.(eds.)
Johan Huizinga, Verzamelde werken V (Cultuurgeschiedenis III). (1950) H.D. Tjeenk Willink & Zoon, Haarlem; p. 78; geraadpleegd 2016-08-25
- ↑
Christo
geciteerd in "Christo gaat in '95 Rijksdag inpakken" in: Leeuwarder Courant jrg. 243 nr. 48 (26 februari 1994); p. 11 kol. 2; geraadpleegd 2016-08-25
- ↑
Kamerbeek, J.
"Het begrip ‘historische overgangsperiode’ kritisch bekeke" in: Forum der Letteren. jrg. 9 (1968) A.W. Sijthoff, Leiden; p. 211; geraadpleegd 2016-08-25