Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pita. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pita, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pita in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pita is hier. De definitie van het woord
pita zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pita, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de pita m
- (voeding) plat broodje met een zachte korst, gebruikt als een basis voor mediterrane gerechten
88 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.[2]
|
pita
- nominatief vrouwelijk enkelvoud van pity
pita v
- (voeding) pita, pitabroodje; een plat broodje met een zachte korst
pita
- nominatief vrouwelijk enkelvoud van pity
- vocatief vrouwelijk enkelvoud van pity
pita
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pitar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pitar
pita v
- (voeding) pita, pitabroodje; een plat broodje met een zachte korst
- (zangvogels) pitta; een vogel in de onderorde schreeuwvogels
- sisal; vezels van de Agave
- –
- –
- pite v
- chléb monbezield
- pták mbezield
- vlákno o
pita
- vrouwelijk enkelvoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít
- onzijdig meervoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít