Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
reise. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
reise, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
reise in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
reise is hier. De definitie van het woord
reise zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
reise, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
reise
- overgankelijk opstellen, opzetten
- «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
- God had er zelf voor gezorgd om een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel op te stellen.
- overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten, stichten
- «Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å reise et hus.»
- Het stichten van een gezin is in veel opzichten vergelijkbaar met een huis bouwen.
- overgankelijk starten, iets aanzwengelen
- onovergankelijk opbreken
- onovergankelijk reizen
een tent opzetten
- (sport, spreektaal) reise kjerringa
sterk terugkomen na een slechte prestatie
een huis bouwen
een leger opstellen
reise opp
- overgankelijk opstellen, opzetten
reise seg
- wederkerend oprichten
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
reise
- overgankelijk opstellen, opzetten
- overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten
- overgankelijk starten, iets aanzwengelen
- onovergankelijk opbreken
- onovergankelijk reizen
een tent opzetten
- (sport, spreektaal) reise kjerringa
sterk terugkomen na een slechte prestatie
een huis bouwen
een leger opstellen
reise opp
- overgankelijk opstellen, opzetten
reise seg
- wederkerend oprichten