Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ruis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ruis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ruis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ruis is hier. De definitie van het woord
ruis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ruis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de ruis m
- structuurloos en voortdurend geluid dat een continuüm van toonhoogten bevat
- De zender is uitgevallen en nu hoor je alleen maar ruis.
- (straalvinnigen) bepaald soort zoetwatervis, Scardinius erythrophthalmus
1. structuurloos en voortdurend geluid dat een continuüm van toonhoogten bevat
ruis
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruisen
- gebiedende wijs van ruisen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruisen
99 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[4]
|