Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
snap. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
snap, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
snap in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
snap is hier. De definitie van het woord
snap zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
snap, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
snap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snappen
- gebiedende wijs van snappen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snappen
97 % |
van de Nederlanders;
|
89 % |
van de Vlamingen.[1]
|
- Mogelijk van het Nederlandse of Nederduitse snappen in de destijds gangbare betekenis "plotseling vastpakken/ergens in bijten". Uiteindelijk te herleiden tot de West-Germaanse wortel *snappōn.[1]
snap
- onovergankelijk, (voeding) happen, een hap nemen
- onovergankelijk klikken , een klikkend geluid maken
- onovergankelijk knallen
- onovergankelijk fonkelen, schitteren
- onovergankelijk het begeven, afbreken , afknappen, ergens vanaf breken
- onovergankelijk bitsen, snauwen
- onovergankelijk rukkerig bewegen
- overgankelijk dichtklappen, dichtslaan
- overgankelijk afsnauwen, beschimpen
snap
- klap, knal
- klik, klikgeluid
- knipslot
- (voeding) hap, hapje
- (voeding) koekje
- (meteorologie) korte vorstperiode
snap
- impulsief
- onverwacht
- (informeel) eenvoudig, gemakkelijk, makkelijk