Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
steen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
steen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
steen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
steen is hier. De definitie van het woord
steen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
steen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
steen
- m harde stof, vaak op kiezel gebaseerd maar ook andere mineralen omvattend
- Huizen worden vaak van steen gemaakt, omdat het zo goed bestand is tegen weersinvloeden.
- ▸ Zittend op een steen aten we wat de pot schafte.
- m een klein fragment van deze stof
- Er ligt een kleine steen op het garagepad.
- ▸ Vanachter mijn struik gooide ik wat kleine steentjes naar hem toe.
- ▸ Na uren lopen en een hele tijd zoeken vond ik een vlakke plek voor mijn tent en gooide ik eerst een aantal stenen de struiken in om eventuele slangen te verjagen.
- versterkend voorvoegsel (informeel) als linkerdeel van een samengesteld bijvoeglijk naamwoord om de betekenis van het rechterdeel te versterken
De eerste betekenis "harde stof" is bij sommige van deze woorden ook mogelijk.
- o vogelziekte veroorzaakt door het organisme Trichomonas gallinae
3. bijvoeglijke naamwoorden beginnend met "steen" als versterkend voorvoegsel
specifieke aanleiding voor woede
iets geven waar de ander niets aan heeft
heel erg klagen, zeuren
- de steen der wijzen zoeken
een oplossing zoeken voor iets wat bijna niet op te lossen is
de eerste zijn met beschuldigingen
- een hart van steen hebben
geen medelijden met anderen hebben
rommelig huishouden
- een steentje bijdragen aan
helpen met de opbouw van
- de gestage drup holt de steen (uit)
door het vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt
- een ezel stoot zich in het algemeen geen tweemaal aan dezelfde steen
wanneer iemand een fout heeft gemaakt past diegene er meestal voor op diezelfde fout nog eens te maken
- een rollende steen vergaart geen mos
iemand die slechts kort ergens werkzaam is komt niet vooruit
- wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien
het is niet slim om opvallend kritiek te uiten als je eigen fouten gemakkelijk bekend kunnen worden
1. een harde stof, vaak op kiezel gebaseerd maar omvattende vele soorten
steen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stenen
- gebiedende wijs van stenen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stenen
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 2,0 2,1 steen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "steen" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 4,0 4,1 4,2
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
steen m
- steen (harde stof)