Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
titel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
titel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
titel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
titel is hier. De definitie van het woord
titel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
titel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘opschrift, naam’ voor het eerst aangetroffen in 1291 [1] [2]
titel m
- opschrift van een boek of ander document
- De titel van dit boek is 'Scheikunde voor de leek'.
- academische, adellijke of sportieve aanduiding van een persoon
- Hem werd de titel van 'doctor' verleend.
- (juridisch) juridische grond voor de overdracht van een goed
- Men kan goederen onder algemene en onder bijzondere titel verkrijgen. (3:80 BW)
1. opschrift van een document
2. aanduiding van een persoon
titel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van titelen
- gebiedende wijs van titelen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van titelen
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|
titel
- academische titel
- titel, opschrift van een document