togen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord togen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord togen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je togen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord togen is hier. De definitie van het woord togen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantogen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • to·gen
  • Middelnederlands tōgen ‘trekken, slepen’, uit Oergermaans *tugōn-, een iteratief uit *teuhan-, waaruit tijgen; verder zie aldaar.[1][2][3] Evenzo Fries tôgje, toaie, Engels tow, tug.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
togen
toogde
getoogd
zwak -d volledig

togen [4] [5] [6] [7]

  1. trekken, slepen
vervoeging van
tijgen

togen

  1. meervoud verleden tijd van tijgen
    • Wij togen. 
    • Jullie togen. 
    • Zij togen. 

de togenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toog
89 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[8]