Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
top. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
top, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
top in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
top is hier. De definitie van het woord
top zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
top, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘bovenstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1130 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: akkoord!’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1] [2] [3]
- van Engels top
de top m
- hoogste punt, (bovenste) uiteinde
- ▸ Geen tijd meer om van de top af te komen.[4]
- grootst mogelijke, hoogst bereikbare (topsnelheid, topsport)
- (bedrijfskunde) de leiding van een bedrijf, de directeur en of de topmanagers
- (natuurkunde) naam van een van de zes quarks waaruit protonen en neutronen zijn opgebouwd
- vergadering of bijeenkomst van leiders
- ▸ Mensenrechtenorganisaties en Egyptische activisten roepen de internationale delegaties die naar de top komen daarom op om zich kritisch uit te spreken over de schending van de mensenrechten in Egypte.[5]
- 4. naam van een van de zes quarks waaruit elementaire deeltjes zijn opgebouwd'
- Het zeil in top halen ( of voeren)
- tot in de toppen van zijn (haar) vingers
door en door, helemaal, geheel en al
1. hoogste punt, (bovenste) uiteinde
2. grootst mogelijke, hoogst bereikbare (topsnelheid, topsport)
3. de leiding van een bedrijf, de directeur en of de topmanagers
de top m
- (kleding) kledingstuk
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als tussenwerpsel
top
- ik stem toe!
top
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toppen
- gebiedende wijs van toppen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toppen
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[6]
|
- ↑ 1,0 1,1 "top" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ top op website: Etymologiebank.nl
- ↑ top op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron
Freek Willems
“Zin en onzin van klimaattop in Egypte: "Hoe kun je de toekomst van de planeet bespreken in een land dat zijn mensen opsluit, martelt en doodt"” (3 november 2022) op vrt.be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
top
- top
top
- bovenste
top m
- (spreektaal) top, topniveau
- «Cette boîte, c'est le top des tops pour rencontrer des gonzesses.»
- Die danstent is absoluut top om vrouwen te ontmoeten. [1]
- (spreektaal) knap iemand, stuk
- «Linda est vraiment top.»
- Linda is echt een stuk. [1]
top
- top; hoogste punt
top
- (kleding) topje; veelal luchtig stuk bovenkleding, meestal voor vrouwen
top
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van topić
top
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord topit