tuimelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tuimelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tuimelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tuimelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tuimelen is hier. De definitie van het woord tuimelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantuimelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tui·me·len

tuimelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tuimelen
tuimelde
getuimeld
zwak -d volledig
  1. draaiend vallen
    • Maar de doodsheid van de gevels wordt meer dan gecompenseerd door het visuele feest van de neobarokke versieringen en vooral het mozaïek. Eerder ontwierpen twee van de drie ontwerpers van de passage, Arno Coenen en Iris Roskam, het spectaculaire tongewelf van de Markthal in Rotterdam waar fruit, groente en dieren uit de hemel naar beneden tuimelen. In de Beurpassage toont het mozaïek onder het motto ‘Amsterdam oersoep’ dieren en voorwerpen die men zoal in de Amsterdamse grachten aantreft. [4] 
     'Johanne zal de ketting toch na mij erven, ze kan hem nu al krijgen'Christa rende zachtjes snikkend naar de schuifdeuren, struikelde en stootte haar gezicht tegen de deur en tuimelde verder, nu hardop huilend. Oscar kwam bliksemsnel overeind en ging achter haar aan.[5]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]