uke

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uke. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uke, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uke in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uke is hier. De definitie van het woord uke zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuke, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • uke
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord  vika zn  ("week")
  • Verwant met het Deense woord  uge zn  ("week")
Naar frequentie 530
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   uke     m: uken
v: uka  
  uker     ukene  
genitief   ukes     m: ukens
v: ukas  
  ukers     ukenes  

uke, m / v

  1. (tijdrekening) week (tijdseenheid van 7 dagen berekend vanaf maandag t/m zondag)
  2. week (periode van 7 dagen)
    «For to uker siden ble hun innlagt ved hospitalet.»
    Twee weken geleden werd ze in het ziekenhuis verwezen.
  3. werkweek
  4. week (festiviteit, evenement, enz. dat zeven dagen of langer duurt)