volkomen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord volkomen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord volkomen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je volkomen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord volkomen is hier. De definitie van het woord volkomen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvolkomen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

(klemtoonhomogram)

  • vol·ko·men
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen volkomen volkomener volkomenst
verbogen volkomenste
partitief volkomens volkomeners -

volkómen [3]

  1. zonder dat er iets aan ontbreekt
    • Bestaat er volkomen stilte, of hoor je altijd wel wat, bijvoorbeeld je hartslag?. 

volkómen

  1. geheel en al
    • Dat was volkomen onaanvaardbaar. 
     Hij was gek op geweren en voelde zich volkomen thuis in de natuur.[4]


stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
volkomen
/vɔlˈkomə(n)/
volkwam
/vɔlˈkwɑm/
volkomen
/vɔlˈkomə(n)/
klasse 4 volledig

volkómen

  1. (verouderd) iets doen tot het bedoelde resultaat helemaal is bereikt
    • Volkomt deze aan de laatste bepaling niet, dan kan de prijs hem geweigerd worden. [5]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
volkomen
/ˈvɔlkomə(n)/
kwam vol
/kwɑm ˈvɔl/
volgekomen
/vɔlɣəˈkomə(n)/
klasse 4 volledig

vólkomen [6]

  1. ergatief geheel gevuld geraken
    • Met als gevolg dat de woningen die Lelystad nog steeds aan het bouwen was, niet meer volkwamen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]