vork

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vork. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vork, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vork in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vork is hier. De definitie van het woord vork zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvork, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een vork.
  • vork
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘getand werktuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vork vorken
verkleinwoord vorkje vorkjes

de vorkv / m

  1. aftakking van een boomtak of van een weg
  2. (gereedschap) (huishouden) voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
    • Hij at zijn frietjes met een vork. 
  3. (gereedschap) bepaald landbouwwerktuig (vergelijk met hooivork, mestvork)
  4. (werktuigbouwkunde) fietsonderdeel waarin het wiel wordt bevestigd: telescopische vork, voorvork en achtervork
  5. (schaak) situatie waarbij één eigen stuk tegelijkertijd twee of meer vijandelijke stukken aanvalt
  • Te veel hooi op de vork nemen
meer willen doen dan je aankan, te veel werk op zich nemen, de hoeveelheid werk niet aankunnen
  • Weten hoe de vork in de steel zit
precies weten wat er gebeurd is
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]