wilgenroosje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wilgenroosje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wilgenroosje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wilgenroosje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wilgenroosje is hier. De definitie van het woord wilgenroosje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwilgenroosje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Epilobium angustifolium
wilgenroosje
  • wil·gen·roos·je
enkelvoud meervoud
naamwoord (wilgenroos) * (wilgenrozen) *
verkleinwoord wilgenroosje wilgenroosjes

het wilgenroosjeo

  1. (plantkunde) Chamerion angustifolium op Wikispecies plant met roze bloemen die vooral groeit in een waterrijke omgeving
    • Ook de flora van de Biesbosch is bijzonder. De meeste planten zijn gebonden aan een vochtig milieu. Bijzonder is de spindotter, een plant die nergens anders ter wereld voorkomt. In de doorgeschoten grienden groeien veel brandnetels, maar ook groot- en oranje springzaad, harig wilgenroosje, groot heksenkruid en kattenstaart. [2] 
  • De officiële benaming van de soort is het verkleinwoord. De niet verkleinde vormen komen soms voor, maar zijn niet gangbaar.
96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]