wollen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wollen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wollen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wollen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wollen is hier. De definitie van het woord wollen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwollen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wol·len
  • Afgeleid van wol met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen wollen

wollen

  1. gemaakt van wol
    • Hij draagt sinds kort weer wollen sokken. 
     Verder zaten er handschoenen, een lange wollen onderbroek, een sneeuwbril en een hele lading pillen in.[1]
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • wol·len
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wollen
wollte
gewollt
volledig

wollen

  1. modaal werkwoord willen
    «Ich wollte gerade meine E-Mails abrufen.»
    Ik wilde gewoon mijn e-mail checken.
stellend vergrotend overtreffend
wollen


alle verbuigingsvormen

wollen

  1. wollen, van wol