zwakjes

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwakjes. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwakjes, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwakjes in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwakjes is hier. De definitie van het woord zwakjes zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwakjes, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwak·jes
  • Afgeleid van zwak met het achtervoegsel -jes
stellend
onverbogen zwakjes
verbogen

zwakjes

  1. flauw.
    • De soep is zwakjes vandaag. 
     Gelukkig hield de wind - nu zwakjes - aan.[1]


zwakjes dim. tant.

  1. flauw.
    • Hij glimlachte zwakjes naar de man. 
     ' Hij glimlachte naar haar, zwaaide zwakjes en ging naar de werkkamer, waar hij de computer opstartte.[2]
     ' 'Maar,' begon ik zwakjes, 'ik dacht dat hij met die prinses zou gaan trouwen.[3]

de zwakjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwak
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Victoria Holt
    “Gevangene van de Pasja” (1989), Saga, ISBN 9788726484915
  2. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026334672
  3. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be