Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zwanger. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zwanger, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zwanger in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zwanger is hier. De definitie van het woord
zwanger zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zwanger, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zwanger
- (biologie) in de toestand van een vrouw wanneer er in haar baarmoeder een bevruchting heeft plaatsgevonden
- ▸ Als ik zo afwezig was plaagde ze me vroeger wel eens door tussen neus en lippen te melden dat ze zwanger was, waarbij ik uit afwezigheid niet eens opkeek.[4]
- (figuurlijk) zo vol met iets dat het te verwachten valt dat het eruit gaat komen
- ▸ Hoewel het die nacht al zwaar had geregend, was de lucht nog steeds dicht en donker, zwanger van water. Hij omhulde me, en ik kon bijna niet ademhalen.[5]
1. de toestand waarin een vrouw verkeert wanneer er in de baarmoeder een bevruchting heeft plaatsgevonden
zwanger
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwangeren
- gebiedende wijs van zwangeren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwangeren
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[7]
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ zwanger op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "zwanger" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Danielle Teller (vert. Marja Borg)
“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Weblink bron “Wat is goed: zwanger van haar eerste kind of zwanger van haar nieuwe vriend?” op onzetaal.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /zwɑŋɐ(r)/ (Etsbergs)
zwanger
- zwanger
- (verouderd) hongerig
- «Ich bön zoea zwanger, det ich d'r-z ven beval!»
- Ik ben zo hongerig dat ik verga!