Hausbäcker
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Hausbäcker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Hausbäcker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Hausbäcker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Hausbäcker is hier. De definitie van het woord Hausbäcker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanHausbäcker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
 Niet te verwarren met: hausbacken
|
- Haus·bä·cker
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | der Hausbäcker | die Hausbäcker |
| genitief | des Hausbäckers | der Hausbäcker |
| datief | dem Hausbäcker | den Hausbäckern |
| accusatief | den Hausbäcker | die Hausbäcker |
| Naar frequentie | zeldzaam |
|---|
Hausbäcker, m
- (verouderd), (beroep) loonbakker (een bakker die het gekneed ongebakken brood bakt dat bij hem gebracht werd)
- «Früh wurden die Hausbäcker in Ulm als gesonderter Beruf neben den Zunftbäckern anerkannt.»
- Vroeg werden de loonbakkers in Ulm erkend als een apart beroep naast de gildebakkers.
- «Früh wurden die Hausbäcker in Ulm als gesonderter Beruf neben den Zunftbäckern anerkannt.»