Haus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Haus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Haus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Haus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Haus is hier. De definitie van het woord Haus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanHaus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Ein Haus
Een huis
  • Haus
enkelvoud meervoud
nominatief das Haus die Häuser
genitief des Hauses der Häuser
datief dem Haus
dem Hause
den Häusern
accusatief das Haus die Häuser

Haus, o

  1. huis
    «Kommst du mit nach Hause
    Kom je mee naar huis?
  • mit der Tür ins Haus fallen
met de deur in huis vallen
  • nach Hause
naar huis, thuis


enkelvoud meervoud
Haus Haiser

Haus

  1. huis


  • Haus
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Haus es Haus Heiser die Heiser
datief me Haus em Haus Heiser de Heiser
accusatief en Haus es Haus Heiser die Heiser

Haus, o

  1. (bouwkunde) huis