Wirtschaft

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Wirtschaft. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Wirtschaft, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Wirtschaft in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Wirtschaft is hier. De definitie van het woord Wirtschaft zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanWirtschaft, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Wirt·schaft
  • : Afgeleid van Wirt (waard, gastheer) met het achtervoegsel -schaft
  • : Door betekenisuitbreiding ontstaan uit
  • : Overdrachtelijk vanuit
Naar frequentie 4763
enkelvoud meervoud
nominatief die Wirtschaft die Wirtschaften
genitief der Wirtschaft der Wirtschaften
datief der Wirtschaft den Wirtschaften
accusatief die Wirtschaft die Wirtschaften

Wirtschaft, v

  1. café, herberg
    «In die nächste Wirtschaft kehren wir ein.»
    Bij het eerstvolgende café gaan we naar binnen.
  2. (huishouden) huishouden
    «Sie führte eine sparsame Wirtschaft
    Ze leidde het huishouden op een zuinige wijze.
  3. (landbouw) landbouw, boerderij
  4. (economie) staatshuishouding, economie
    «Die Wirtschaft befindet sich auf Talfahrt.»
    De economie bevindt zich in een negatieve spiraal.
  • polnische Wirtschaft
    • (schertsend) slordige kamer, slordig gevoerd huishouden