Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
afreizen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
afreizen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
afreizen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
afreizen is hier. De definitie van het woord
afreizen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
afreizen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
afreizen
- ergatief een plaats verlaten om aan een reis te beginnen
- Hij is vanmorgen afgereisd naar Kopenhagen.
- ▸ Nadat ze ’s middags het graf van de jongens had bezocht en daarna samen met Denise een pizza had gegeten, was ze weer naar het Flevoziekenhuis afgereisd.[1]
- ▸ De resten zullen nog tot aanstaande zaterdag te zien zijn. Voor wie niet naar Padua kan afreizen heeft de kerk een webcam opgehangen die 24 uur per dag uitzendt.[2]
1. een plaats verlaten om aan een reis te beginnen
de afreizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord afreis
97 % |
van de Nederlanders;
|
96 % |
van de Vlamingen.[3]
|