afstappen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afstappen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afstappen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afstappen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afstappen is hier. De definitie van het woord afstappen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafstappen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·stap·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afstappen
stapte af
afgestapt
zwak -t volledig

afstappen [1]

  1. ermee ophouden, ervan afzien
     Hij had meer dan twee weken rust genomen en besloot de PCT zuidwaarts voort te zetten, van Canada richting Mammoth, waar hij de trail had verlaten. Ik hoorde dat hij niet ver was gekomen op zijn South Bound (SOBO) avontuur. Je kunt snel je flow en ritme verliezen als je van de trail afstapt.[2]
  2. onovergankelijk omlaag stappen (van een fiets etc.)
  3. onovergankelijk uitstappen (uit een voertuig)
  4. op iets of iemand afstappen: lopend naar iets of iemand toelopen
     Toen hij op hen afstapte, was er direct de herkenning.[3]

de afstappenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord afstap
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be