belagen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord belagen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord belagen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je belagen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord belagen is hier. De definitie van het woord belagen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbelagen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·la·gen
  • In de betekenis van ‘bedreigen’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Afgeleid van het verouderde laag (hinderlaag) met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
belagen
belaagde
belaagd
zwak -d volledig

belagen

  1. overgankelijk iemand agressief/intimiderend benaderen
    • Hij werd aan alle kanten door zijn vijanden belaagd. 
  2. opdringerig iets (proberen te) vragen
    • De minister werd door de journalist met een microfoon veel te opdringerig belaagd en achtervolgd. 
    • Seconden later werd ik verbaal belaagd door de kleine, witharige Anko: 'Hallo, Frans! Lekker weertje niet!'[2] 
vervoeging van
beliggen

belagen

  1. meervoud verleden tijd van beliggen
    • Wij belagen. 
    • Jullie belagen. 
    • Zij belagen. 

de belagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord belag
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]