Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
beleggen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
beleggen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
beleggen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
beleggen is hier. De definitie van het woord
beleggen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
beleggen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
beleggen
- overgankelijk geld steken in een naar verwachting winstgevende onderneming of in waardepapieren
- overgankelijk (scheepvaart) een scheepstouw vastmaken, vastsjorren
- overgankelijk het toevoegen van (boter en) beleg aan een snee brood, zodat deze een boterham wordt (bedekken door er iets op te leggen)
- Nu we wat meer geld verdienen willen we onze boterham met wat meer beleggen dan alleen maar tevredenheid.
- ▸ Ik bestelde een lunch bestaande uit vier dikke pannenkoeken, rijkelijk belegd met boter en ahornsiroop.
- bijeenroepen, houden
- Ongeveer eens in de twee maanden wordt een vergadering belegd
- ▸ Wethouder Boudewijn Revis gaat de taken van de opgestapte burgemeester Krikke waarnemen tot een interim-burgemeester is benoemd. Dat is in een in allerijl belegde collegevergadering besloten.
1. geld steken in een naar verwacht winstgevende onderneming
3. bedekken door er iets op te leggen
de beleggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord beleg
- de actie van het beleg op een boterham doen
- Het beleggen van de boterhammen liet hij aan zijn moeder over.
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|