bonzen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bonzen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bonzen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bonzen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bonzen is hier. De definitie van het woord bonzen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbonzen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
bonzen bonsend
gebons


Woordafbreking
  • bon·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • ww: afgeleid van  bons zn  met het achtervoegsel -en, in de betekenis van ‘hevig kloppen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1589
  • zn : bons met de uitgang -en, waarbij de sisklank weer stemhebbend wordt en de s in een z verandert
  • zn : bonze met de uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bonzen
bonsde
gebonsd
zwak -d volledig

Werkwoord

bonzen

  1. inergatief bij herhaling slaande, een luid, laag geluid maken
    • Zij bonsden hard op de deur en riepen: "open de deur!". 
  2. heftig kloppen (van het hart)
    • Zijn hart bonsde heftig toen hij zijn geliefde in het oog kreeg. 
     De gedachte aan een terugkeer naar de onheilsplek deed haar hart als een bezetene bonzen.
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de bonzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bons
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord bonze

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.

Verwijzingen