boord

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boord. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boord, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boord in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boord is hier. De definitie van het woord boord zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboord, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boord
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701
enkelvoud meervoud
naamwoord boord boorden
verkleinwoord boordje boordjes

Zelfstandig naamwoord

de boordm

  1. m o (scheepvaart) het dek van een schip
  2. m o de verbrede bovenrand van een hemd rond de nek
  3. m oever
  4. m rand
Uitdrukkingen en gezegden
  • aan/van boord gaan
het schip betreden/verlaten
  • aan boord zijn
verblijven in een boot of ander voertuig
 De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie wilde de raket afgelopen voorjaar voor het eerst lanceren, maar dat wordt nu op zijn vroegst in augustus. Er zijn dan nog geen astronauten aan boord, maar wel drie poppen met sensoren.
  • dat boordje moet nog gesteven
  • kantje boord
iets dat nog maar net goed ging
  • iets goed aan boord leggen
iets moeilijks oplossen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
boorden

boord

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boorden
    • Ik boord. 
  2. gebiedende wijs van boorden
    • Boord! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boorden
    • Boord je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen