bouwer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwer is hier. De definitie van het woord bouwer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bou·wer
  • afgeleid van de werkwoordstam van bouwen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwer bouwers
verkleinwoord bouwertje bouwertjes

de bouwerm

  1. (beroep) een persoon die dingen bouwt
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be