chat

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord chat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord chat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je chat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord chat is hier. De definitie van het woord chat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanchat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • chat
enkelvoud meervoud
naamwoord chat chats
verkleinwoord - -

de chatm

  1. (internet) online 'praatje' via het internet, waarbij men met elkaar communiceert (meestal met het toetsenbord)
vervoeging van
chatten

chat

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van chatten
  2. gebiedende wijs van chatten
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
chat chats

chat

  1. (zangvogels) tapuit
  2. babbel (ongedwongen gesprek)
vervoeging
onbepaalde wijs to  chat 
he/she/it  chats 
verleden tijd  chatted 
voltooid
deelwoord
 chatted 
onvoltooid
deelwoord
 chatting 
gebiedende wijs  chat 

chat

  1. onovergankelijk babbelen, kletsen, praten


  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   chat     le chat     chats     les chats  
vrouwelijk   chatte     la chatte     chattes     les chattes  

chat m

  1. (roofdieren) kat
  2. (dierkunde) kater
  3. (spreektaal) poesje, kutje [1]
  • à bon chat, bon rat
baas boven baas (iedereen heeft een meerdere)
  • appeler un chat un chat
het beestje bij zijn naam noemen (onbevangen zeggen wat men van iets denkt)
  • avoir d'autres chats à fouetter
wel wat anders te doen hebben
  • avoir un chat dans la gorge
een kikker in de keel hebben (hees zijn)
  • comme chien et chat
als kat en hond (in voortdurende ruzie)
  • donner sa langue au chat
het opgeven
  • il n'y a pas un chat
er is geen kat (er is niemand)
  • chat échaudé craint l'eau froide
een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (men maakt dezelfde stommiteit geen tweemaal)
  • la nuit, tous les chats sont gris
in het donker zijn alle katjes grauw (in het donker ziet men geen verschil tussen mooi en lelijk)
  • le chat parti, les souris dansent / quand le chat n’est pas là, les souris dansent
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel (als er geen toezicht is, doet men wat men wil)
  • n'éveillez pas le chat qui dort
men moet geen oude koeien uit de sloot halen (men moet geen lang geleden gebeurde dingen terug ophalen)

chat m

  1. (internet) online 'praatje' via het internet


  • chat
  • Leenwoord uit het Engels

chat

  1. (informatica) chat; een geschreven gesprek tussen twee of meer gebruikers via het internet
  • chat

chat

  1. genitief meervoud van chata