Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
cochon. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
cochon, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
cochon in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
cochon is hier. De definitie van het woord
cochon zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
cochon, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud
|
meervoud
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
cochon
|
le cochon
|
cochons
|
les cochons
|
cochon m
- varken
- (pejoratief) varken, viezerik, smeerpijp
- «Quel cochon tu fais!»
- Wat ben je toch een viezerik!
- «Un cochon n'y retrouverait pas ses petits!»
- Wat een zwijnenstal is het hier! (letterlijk: een varken zou zijn kleintjes niet terugvinden) [1]
cochon
- (spreektaal) smerig, vuil, vies
- (spreektaal) schunnig
- «On s'est raconté des histoires cochonnes.»
- We hebben elkaar schuine moppen verteld.
- «C'est pas cochon.»
- Da's niet vies, niet gek. [2]
- ↑
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 58
- ↑
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 59