dålig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dålig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dålig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dålig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dålig is hier. De definitie van het woord dålig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandålig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • då·lig
Naar frequentie 819
A: nominatief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud dålig sämre sämst
o enkelvoud dåligt
meervoud dåliga
bepaald / zwak
alle vormen dåliga sämre sämsta
m: sämste
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
dålige
B: genitief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud dåligs sämres sämsts
o enkelvoud dåligts
meervoud dåligas
bepaald / zwak
alle vormen dåligas sämres sämstas
m: sämstes
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
dåliges

dålig

  1. (algemeen): erg, minderwaardig, slecht
  2. (van reuk, lucht): onaangenaam, walgelijk
  3. (van fysieke conditie): katterig, onprettig, onwel
  4. (van kwaliteit): fout, foutief, gebrekkig, inferieur, minderwaardig
  5. (van kwantiteit): armzalig, erbarmelijk, karig
  6. (medisch) ellendig, onwel, ziek
  7. (voeding) bedorven, slecht
  • De onbepaalde overtreffende trapvormen worden alleen predicatief gebruikt.