Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
doorlopen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
doorlopen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
doorlopen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
doorlopen is hier. De definitie van het woord
doorlopen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
doorlopen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(klemtoonhomogram)
dóórlopen
- onovergankelijk lopen tot men ergens doorheen is
- Ik liep door de tunnel tot ik aan het andere einde was gekomen.
- onovergankelijk voortgaan met lopen, in een wat hoger tempo dan normaal
- Wij moesten hard doorlopen om de trein te kunnen halen.
- De rest van de nacht was Kleine Woord doorgelopen zonder zich ook maar een enkel ogenblik moe te voelen of zelfs te rusten. [3]
- ▸ Terwijl ik dagenlang alleen doorliep richting Canada vroeg ik me steeds vaker af wat er zou gebeuren als ik morgen dood zou gaan. Wat zou ik mijn kinderen dan nalaten?[4]
- onovergankelijk met elkaar vermengd raken
- Na het wassen op een te warme temperatuur waren de kleuren doorgelopen.
1. lopen tot men ergens doorheen is
2. voortgaan met lopen, in een wat hoger tempo dan normaal
de dóórlopen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord doorloop
doorlópen
- overgankelijk iets als een een cursus, opleiding e.d. stapsgewijs voltooien
- Hij moest een heel traject doorlopen.
- Nadat ik de opleiding had doorlopen, kon ik voor de nieuwe baan solliciteren.
- voltooid deelwoord van doorlopen
1. iets als een een cursus, opleiding e.d. stapsgewijs voltooien
- Engels: to absolve, to graduate
|
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|